Door: Marco Verbeek | Naast mijn werkzaamheden als amateurtrainer bij GJS in Gorinchem en als scout voor FC Den Bosch heb ik een voorliefde voor standaardsituaties. En dus, in deze voetbal loze periode, besloot ik een stukje over te schrijven over de aanvallende corner.

De waarde van standaardsituaties behoeven geen ondersteunende argumenten. Griekenland (EK 2004) en Atletico Madrid (2014) toonden aan dat het verschil in niveau, te compenseren is en schreven historie. Met dank aan de corner.

In algemene zin mondt 1 op de 5 lange corners in de Eredivisie uit in een doelpoging. Van die doelpogingen belandt slechts 1 op de 9 daadwerkelijk in het doel. Gemiddeld leidt dus slechts 2% van de lange corners daadwerkelijk tot een doelpunt, zo vertellen de cijfers. Hoe zit dat precies en waar valt er het meeste winst te behalen?

Hoe zou bijvoorbeeld het sterk georganiseerde FC Groningen meer rendement kunnen halen uit hun corners? En waar liggen voor het goed voetballende RKC de kansen? FC Groningen heeft daar overigens in dit seizoen al iets mee gedaan.

AZ en FC Utrecht hebben, voor Eredivisie-begrippen, een hoger rendement. Zij scoorden beiden 9 x uit een verkregen hoekschop en hadden daar respectievelijk 160 en 147 hoekschoppen voor nodig. Kwestie van kwaliteit? Toeval? Of doen FC Utrecht en AZ iets wat anderen niet doen?

Beramen

In eerste instantie moet je jouw kansen zo groot mogelijk maken om tot een doelpoging te komen, dat klinkt logisch maar daar begint het wel. We kunnen daar nog wel het nodige leren uit de basketbalsport. Met nog enkele seconden op de klok is de set-up na een time-out doorslaggevend. Iedereen in de ploeg weet wat er gaat gebeuren maar de tegenstander niet.

Je organiseert en positioneert je dusdanig dat je de kans op een doelpoging vergroot. Belangrijk is dus dat iedereen weet wat er gaat gebeuren behalve de tegenstander. Je kunt ervoor kiezen om de varianten te benoemen, dat geeft herkenbaarheid en dus vertrouwen.

Om de kans op een doelpoging te vergroten is de rol van de tegenstander wel cruciaal, en dat begint bij tellen. Ik noem het ‘beramen’, Dat is wat bijvoorbeeld FC Utrecht doet maar ook het Nederlands elftal en (Jong) AZ. Het gebeurt op het moment dat je een corner krijgt toegewezen. Welke situatie heb je voor het doel qua aantallen? En speelt de tegenstander zone-georiënteerd, bal-georiënteerd of man-georiënteerd? Je telt je kansen uit.

Wanneer we uitgaan van een veelvuldig voorkomende situatie, houdt de verdedigende ploeg bij corners tegen 1 aanvaller voorin. De aanvallende ploeg zal ervoor kiezen om daar 2 verdedigers tegenover te zetten, het “plus1-principe”. (Overigens kiezen steeds meer verdedigende teams ervoor om niemand meer voorin te houden. Iedereen terug!).

Naast de keeper, twee spelers die achterin blijven en de nemer van de corner, houdt de aanvallende ploeg 7 spelers over in het zestienmetergebied. De verdedigende ploeg houdt dan 9 veldspelers over. Aangezien de meeste clubs ervoor kiezen om een van de twee palen te bezetten met een verdediger, houden we 7:8 over in het zestienmetergebied.

De kunst is om de ruimte voor de aanvallers zo groot mogelijk te maken want in een grote ruimte is het makkelijker aanvallen dan verdedigen of anders gezegd: Hoe creëren we meer ruimte voor de beste koppers? (Voorbeeld van een klassieke 9:7 situatie met 1 paal bezet).

Die ruimte creëren de aanvallers natuurlijk zelf door met blocks en gerichte loopactie ’s uit het bereik en zicht te komen van hun verdedigers. Echter, als de verdedigers twee spelers meer hebben, kunnen zij dit vaak opvangen.

Altijd twee man bij de bal

De eerste stap is om altijd (minimaal) twee spelers bij de bal te hebben. De situatie veranderd doordat de tegenstander in keuzes komt. Door 1 aanvaller extra bij de cornervlag te zetten, dwing je de verdedigende ploeg om twee spelers mee te sturen, want 2 tegen 1 speel je altijd uit. Zo scoorde FC Groningen onlangs tegen AZ.

Indien de tegenstander wel doorstapt, zoals hier bij Villareal, ontstaat ervoor het doel een 5:6 situatie in plaats van een 6:8 en dat is een aanzienlijke verandering. Daardoor wordt het voor aanvallers eenvoudiger om tot een doelpoging te komen. De ruimte wordt groter en de aantallen zijn gunstiger.

In Nederland laat FC Utrecht laat zien dat het veelvuldig komt tot doelpogingen vanuit korte corners. Zij beramen hun kansen in eerste instantie en creëren hun doelpogingen ook vanuit korte corners. Bijna altijd heeft FC Utrecht twee spelers bij de bal en soms zelfs een derde.

Op de afbeelding hieronder staat FC Utrecht met 6 aanvallers in het zestienmetergebied. De corner wordt met twee spelers genomen en tegenstander ADO kiest voor 9 verdedigers. FC Utrecht maakt daardoor een korte keuze en hierdoor wordt ADO gedwongen tot het maken van keuzes. Er moet iemand uit de zone stappen waardoor er ruimte ontstaat voor de aanvallers.

Met 4 doelpunten uit 8 doelpogingen vanuit korte corners was de ploeg uit de Domstad behoorlijk effectief in het seizoen 2019-2020 en dat is geen toeval.

Het meest opvallende aan deze statistiek is dat zij, ondanks het succesvolle rendement uit korte corners, nog altijd veelvuldig kozen voor de lange corner. Ongetwijfeld spelen de keuzes van de tegenstander daar een rol bij. Nog meer creativiteit en lef in korte corners zal FC Utrecht helpen aan nog meer doelpogingen. Bijvoorbeeld door een drie-mans corner.

Driemans corner

Bij een 3-mans korte corner ben je afhankelijk van de tegenzet van de verdedigende partij. Sturen ze er nog een verdediger uit of blijven ze staan met twee verdedigers? In dat eerste geval ontstaat er een 5:5 voor het doel. Een behoorlijk verschil met 7:8. Indien ze, zoals op de afbeelding te zien, niet met drie verdedigers uitstappen, moet je dat altijd uit durven spelen. Natuurlijk zoek je daar passende spelers bij.

Spelhervatting

Voor mij zijn standaardsituaties meer dan iets extra’s. Ik zie het als de vijfde teamfunctie naast aanvallen, verdedigen en beide omschakelmomenten. Een trainbare tactische kans om tot een doelpoging te komen.

 ‘’Maak van de standaardsituatie een spelhervatting’’

Een mooi voorbeeld van dezelfde gedachtegang zie ik terug bij Jong AZ. Corners worden altijd met twee spelers genomen om vervolgens een set-up te creëren naar een doelpoging.

Conclusie

Er is niet één magische formule om structureel succesvol te zijn bij corners. Dat heeft ten alle tijde te maken met kwaliteit in uitvoering (traptechniek/koppers etc), kwaliteit in communicatie/afstemming en kwaliteit in het maken van individuele keuze’s. In algemene zin kunnen we wel een vaststelling doen om de kans op succes zo groot mogelijk te maken.

Om de kans te vergroten om uit een corner te scoren kan de aanvallende ruimte in het zestienmetergebied worden vergroot door ergens anders op het veld dreiging en bezetting te creëren. Daarmee dwing je de tegenstander ook tot het maken van (andere) keuzes.

‘’Maak van de standaardsituatie een spelhervatting’’

Indien je dus een gedegen plan hebt bij corners, maar de cijfers wijzen uit dat dat plan niet zo goed werkt, begin dan in ieder geval met twee man bij de bal, dan krijg je al een hele andere situatie. En van daaruit begint het experimenteren…. Succes!