Patrick Posthuma (VV Eemdijk): ‘Fitheid als basis voor succes’

Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 288.

Periodiseren is een essentieel concept voor elke voetbaltrainer die structureel en doelgericht wil werken aan de ontwikkeling van zijn team. Het draait om het systematisch plannen van trainingssessies en wedstrijden om spelers fysiek, technisch, tactisch en mentaal optimaal voor te bereiden gedurende het voetbalseizoen. Patrick Posthuma, redacteur van dit vakblad en hoofdtrainer bij derdedivisionist VV Eemdijk, hanteert in grote lijnen het periodiseringsmodel van Raymond Verheijen. Maar kijkt, omringd door specialisten, ook verder.

Periodiseringsmodel

Raymond Verheijen geldt voor mij als een vooraanstaande expert in de voetbalperiodisering. Hij ontwikkelde een benadering waarbij de specifieke eisen van het voetbalspel centraal staan. In tegenstelling tot traditionele periodiseringsmodellen, die vaak uit andere sporten zijn overgenomen, focust Verheijen op een voetbalgerichte aanpak waarin de belasting geleidelijk wordt opgebouwd zonder onnodige vermoeidheid of blessures te veroorzaken.

Zijn methode is gebaseerd op het principe van voetbalfitheid. Hierrbij worden de intensiteit en duur van trainingen progressief aangepast aan de wedstrijdbelasting. Dit betekent dat fysieke, tactische en mentale belasting niet los van elkaar worden gezien, maar geïntegreerd worden in de trainingsopbouw. Spelers worden niet alleen fitter, maar verbeteren ook hun handelingssnelheid en besluitvorming onder druk. Een belangrijk aspect van Verheijens periodisering is het minimaliseren van vermoeidheidsophoping door slim om te gaan met herstelmomenten en het vermijden van overbodige trainingsvormen die weinig bijdragen aan de prestatie op het veld. Door dit wetenschappelijk onderbouwde en voetbalspecifieke model kunnen teams gedurende het seizoen een constant hoog niveau behouden en pieken op de juiste momenten.

Visie

In de basis maak ik gebruik van het Verheijen-model. Dit periodiseringsmodel is uitgeschreven in een cyclus van zes weken, waarin telkens omvang en intensiteit worden verhoogd. (zie afbeelding) De eerste twee weken train je in veelal grotere ruimtes en dus grote partijspelen, vervolgens twee weken middelgroot, waarna de laatste twee weken in kleine partijspelen wordt getraind. In plaats van deze zes weken maak ik gebruik van een vierweekse cyclus. We trainen veelal twee keer in de week, waarbij de dinsdagavond wordt gebruikt als voetbalconditionele training en de donderdag wordt ingezet om in underload, richting de aankomende week, teamtactisch aan het werk te gaan om samen aan onze speelwijze te werken. De maandagen, die we in de voorbereidingsweken ook gebruiken om te trainen, worden voornamelijk ingezet om te herstellen of op te starten.

Vierweekse cyclus

Door iedere week in andere partijspelen te zitten, zorg je automatisch ook voor variatie in je oefenstof. Variatie is in mijn optiek een belangrijke pijler, ook binnen mijn speelwijze. Je wilt onvoorspelbaar zijn voor de tegenstander, maar hierbinnen een duidelijke lijn ontwikkelen binnen de hoofdmomenten van het voetbal. Het moet niet zo zijn dat spelers naar de training komen en al weten wat er op het programma staat. Je wilt niet dat er een bepaalde sleur ontstaat. De neutrale week hoeft daarom ook niet altijd als vierde week ingepland te staan. Dit kan ook als tweede of derde week ingepland worden. Uiteindelijk moet het binnen je planning passen, waarin ik voornamelijk kijk naar de komende tegenstanders en naar de fitheid van de groep.

Bron: De Voetbaltrainer

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *