Spanje: van tiki-taka naar direct spel met echte vleugels

Online artikel, 10 juli 2024 | Geschreven voor voetbalvakblad ‘De Voetbaltrainer’ | Door: Patrick Posthuma

Het zal geen enkele voetballiefhebber zijn ontgaan. De smaakmakers van het Spaanse elftal zijn twee jongelingen. Twee dribbelaars, gepositioneerd aan de buitenkanten, die aanvallend het Spaanse elftal doen swingen. Lamine Yamal en Nico Williams geven, met hun leeftijd én speelstijl, de Spaanse voetbalharten hoop. Maar schieten, vanwege hun positie gebonden kwaliteiten, ook het ‘tiki-taka’ voetbal naar het verleden. De transformatie van het Spaanse voetbal in een notendop.

 

Tiki-taka

Tiki-taka is een stijl van voetbal die wordt gekenmerkt door kort passen en bewegen, gebruikmakend van balbezit om de tegenstander uit positie te trekken. Het draait om snelle, nauwkeurige passes en constante beweging van spelers zonder de bal. Het doel is om geduldig op zoek te gaan naar openingen in de verdediging van de tegenstander, eerder dan directe aanvallen of lange ballen, waarbij het middenveld (en de as van het veld) voornamelijk met veel spelers wordt bezet.

 

Europees Kampioen

Deze speelstijl werd vooral beroemd door FC Barcelona en het Spaanse nationale team in de late jaren 2000 en vroege 2010, onder leiding van coaches zoals Pep Guardiola. Kenmerkend voor tiki-taka is het sterke vertrouwen op technische vaardigheden, teamcohesie en spelinzicht. Zo werd Spanje met deze stijl van voetballen Europees kampioen in 2008 door Duitsland in de finale te verslaan met 1-0. Het doelpunt van de Spanjaarden werd gemaakt door Fernando Torres (afbeelding 1), vanuit het tiki-taka voetbal waar Spanje destijds om werd geroemd. De steekpass, de assist waaruit Torres scoorde, door de as van Xavi was exemplarisch. Waarbij er geen bezetting was aan de buitenkant.

 

 

Zestien jaar later stond de volgende Spanje – Duitsland op een EK op het programma. Ook nu won Spanje (2-1), maar betrof het een kwartfinale wedstrijd. Naast het tijdsverschil, ook een verschil in speelstijl van de Spanjaarden. Dit heeft alles te maken met de inbreng van Lamine Yamal en Nico Williams op de vleugels van het Spaanse nationale elftal.

 

EK Kwalificatie

We schrijven september 2023. Spanje neemt het in een thuiswedstrijd, tijdens een EK kwalificatiewedstrijd, op tegen Georgië. Op de bank Lamine Yamal en Nico Williams, twee talentvolle pareltjes uit het Spaanse jeugdvoetbal die bondscoach De La Fuente kent uit zijn periode binnen de verschillende jeugdselecties van Spanje. Spanje speelt nog altijd het bekende tiki-taka spel, maar kent de afgelopen jaren al wat kritiek op deze manier van spelen. Er worden te weinig kansen gecreëerd en te weinig gescoord, volgens de criticasters uit Spanje. Dani Olmo en Marco Asensio staan in de basisformatie gepositioneerd aan de zijkanten, maar kruipen graag de as in. Precies zoals Spanje het tiki-taka spel graag speelt. Vanwege blessures moeten beide spelers zich laten vervangen in de rust. Voor hen in het veld komen Lamine Yamal en Nico Williams. Spanje begon weer te swingen en won met maar liefst 7-1, met onder meer een doelpunt van Lamine Yamal. Door met ‘toeval’ in het elftal te geraken, betekende dit het einde van 15 jaar tiki-taka voetbal bij Spanje. Het tiki-taka was natuurlijk prachtig, maar het creëren van kansen werd alsmaar minder zonder spelers als Xavi en Iniesta. Het inbrengen van de twee jongelingen betekende een eyeopener voor de bondscoach De La Fuente. Het was veel verfrissender, veel onvoorspelbaarder, maar daarnaast ook weer enorm herkenbaar door een eigen manier van spelen waar de Spanjaard zichzelf graag mee identificeert. Twee pure buitenspelers, met het goede been aan de binnenkant om twee kanten op te kunnen, maar vooral naar binnen om gevaarlijk te worden met een schot of indraaiende voorzet. Daarnaast zorgde beide spelers voor meer snelheid en diepte in het spel.

 

Metamorfose

De introductie van Yamal en Williams brengt vernieuwing en frisheid in het team. Hun energie en enthousiasme hebben een positieve invloed op het spel van Spanje. Met Yamal en Williams op de vleugels krijgt het Spaanse team een nieuwe aanvallende dynamiek. Hun snelheid, dribbelvaardigheden en creativiteit zorgen voor meer variatie en onvoorspelbaarheid in aanvallen. Beide spelers kunnen de breedte en diepte van het veld benutten, wat helpt om de tegenstander uit elkaar te trekken en ruimte te creëren voor andere aanvallers en middenvelders. Hoewel Spanje altijd bekend heeft gestaan om zijn technische voetbal, voegen Yamal en Williams nóg meer technische finesse toe. Hun vermogen om in kleine ruimtes te opereren en hun individuele klasse maken het team veelzijdiger.

 

Deze transitie maakt het Spaanse nationale elftal minder afhankelijk van oudere, gevestigde spelers en stelt hen in staat om zich aan te passen aan de moderne eisen van het internationale voetbal. Hierdoor blijft Spanje competitief in de mondiale voetbalwereld.

 

Statistieken

De bijdragen van Yamal en Williams in termen van doelpunten en assists zijn een directe maatstaf voor hun impact. Hun vermogen om te scoren en kansen te creëren is cruciaal voor het aanvallende succes van het team. Het aantal succesvolle dribbels per wedstrijd en hun succespercentage bij deze dribbels tonen hun effectiviteit in het verslaan van verdedigers en het creëren van gevaarlijke situaties. Een hoge passnauwkeurigheid, vooral in en rondom het zestienmeter gebied en het aantal succesvolle voorzetten zijn indicatoren van hun vermogen om het spel te beïnvloeden. Het aantal schoten op doel en hun precisie tonen hun dreiging in het aanvalsspel.

 

Het laat zien dat Yamal en Williams niet alleen jong en getalenteerd zijn, maar ook daadwerkelijk significante bijdragen leveren aan de prestaties van het Spaanse elftal. Ze helpen het team niet alleen met hun individuele vaardigheden, maar verbeteren ook de algehele dynamiek en effectiviteit van het spel.

 

Zo heeft Spanje een totaal van 50 dribbels ingezet op de laatste fase van het veld tijdens de kwartfinale wedstrijd tegen Duitsland (2-1 winst), waarvan 10 succesvolle dribbels in het zestienmeter gebied waar Spanje gevaar uit kon stichten. Zo wijst immers de wedstrijddata van de UEFA uit. Beide doelpunten van Spanje kwamen voort uit een voorzet van de zijkanten, waarvan de eerste uit een voorzet van Yamal (afbeeldingen 2 en 3). Sailant detail was de doelpuntenmaker, Dani Olmo, die destijds zijn basisplaats moest afstaan aan de talentvolle Yamal.

 

 

Een doelpunt van buiten het zestienmeter gebied zag je eigenlijk nooit bij Spanje. De gelijkmaker van Rodri tegen Georgie was het eerste doelpunt van Spanje op een EK sinds 2000 van buiten het zestienmeter gebied. Het was altijd maar door combineren. De laatste die dit lukte voor Spanje was Raul, in de Amsterdam Arena destijds.

 

Toekomst

Lamine Yamal (2007) en Nico Williams (2002) vertegenwoordigen de nieuwe generatie van het Spaanse voetbal en hebben het potentieel om belangrijke spelers te worden op het wereldtoneel én daarbij het Spaanse nationale elftal bij de hand nemen naar verdere successen. Wellicht al wel tijdens het huidige Europees Kampioenschap.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *