INGEZONDEN | Door: Hans Driesen | De meeste jeugdteams spelen 1.4.4.2 of 1.4.3.3 met één aanvallende middenvelder (nr. 10)  tussen de twee verdedigende middenvelders in. Ik probeer aan te geven, waarom het beter is om met 2 aanvallende en 1 controlerende middenvelder te spelen. En dat het beter is, voor de ontwikkeling van verdedigers, middenvelders en aanvallers. 

 

De problemen met het voetballen met een klassieke nr. 10. (middenveld met de punt naar voren)

Vaak zie je dat de trainer de beste en meest creatieve speler op de ’10’ laat spelen. Zodat bijna alle aanvallen via de nr. 10 lopen. Dit houdt in en dat zie je ook vaak, dat verdedigers, middenvelders en aanvallers in dienst van de nr. 10 spelen. Daardoor zoeken de spelers al heel snel de nr. 10 op. Hij bepaalt wat er gaat gebeuren. Het inspelen vanuit de verdediging gebeurt dan ook bijna altijd middendoor/ door de as.

Hierdoor komt de ontwikkeling en vooral de creativiteit van de andere spelers in het geding. Ze gaan niet meer op zoek naar eigen oplossingen, maar leggen het probleem bij de nr. 10 neer. Wat je dan krijgt is dat de nr. 10 gedurende wedstrijd fouten maakt en die niet op lost. Hij laat dit over aan zijn medespelers. Dit komt mede omdat hij zo vaak word aangespeeld, dat hij overbelast raakt. En daardoor wegvalt bij verdedigen op helft tegenstander en eigenhelft. Ook de variaties bij het aanvallen verdwijnen, omdat bijna alle aanvalsopzetten via de 10 gespeeld worden en daardoor voorspelbaar zijn .

 

Verdedigende problemen

Bij balverlies in de opbouw is het centrum zo kwetsbaar, omdat je niet overal rugdekking kunt geven. Vooral centraal/ in de as. Bij balverlies van een van de twee verdedigende middenvelders, kom je achterin al heel snel op 1.1 situaties. En komen er vrije ruimtes achter de verdediging. Wat snel verkeerd kan gaan.

Je zou dit kunnen opvangen door een van de centrale verdedigers door te laten schuiven. De vraag is kunnen de spelers dit aan. Zeker achterin, waar de 1.1 situatie ontstaat. En zien zij de momenten om het doorschuiven te rechtvaardigen. Ik denk dat spelers t/m o17 hier nog niet aan toe zijn.

 

Spelen met ‘de punt naar achteren’

Als je met twee aanvallende middenvelders gaat spelen wil het niet zeggen dat de verdedigende middenvelder (punt naar achter) alleen puur verdedigend denkt.

Je krijgt wel over het hele veld rugdekking; de buitenspelers door de halfspelers en zij weer door de backs, waarbij de verdedigende middenvelder kan controleren. Veelal in de vrije/ open zone die is ontstaan op het middenveld/ centraal. De verschillende linies staan bij balverlies op de helft van de tegenstander al dichter bij elkaar.

De twee aanvallende middenvelders kunnen makkelijker druk zetten achter de aanvallers op de helft van de tegenstander (verdedigen op helft tegenstander). En bij het verdedigen op eigen helft zijn vooral de middenveld posities goed bezet én in tegenstelling tot het spelen met een klassieke nr. 10, is het centrum afgedekt.

Aanvallend zijn er allerlei mogelijkheden om een aanvalsopzet te beginnen, omdat de klassieke nr. 10 er niet meer is en de opzet niet alleen via hem verloopt. De creativiteit van de balbezittende speler moet gaan werken. Nu kun je direct via de zijkanten óf via het centrum aanvallen gaan opzetten zonder dat dit altijd via de ’10’ loopt (punt naar voren).

Eerst was het altijd de nr. 10 zoeken, maar nu is het zoeken naar andere afspeelmogelijkheden. Hierdoor word de aanvalsopzet niet meer herkenbaar voor de tegenstander. Gaan spelers meer ontwikkelen op tactiek, techniek en creativiteit en ontwikkelen nog meer ‘eigen initiatief’.

De middenvelders krijgen meer mogelijkheden om ballen terug te leggen op de controlerende middenvelder, backs en centrale verdedigers, wat natuurlijk ook geldt bij de buitenspelers en spits. De twee aanvallende middenvelders staan snel dichtbij de situatie.

Aanvallend hebben de backs iets meer ruimte voor zich, waardoor zij sneller dieper kunnen gaan staan bij het opzetten van een aanval. Hierdoor krijgen de centrale verdedigers iets meer ruimte en kunnen de controlerende en aanvallende middenvelders beter worden aangespeeld.

 

Er is veel over te zeggen om op deze wijze (met de punt naar achteren) te gaan voetballen bij voornamelijk jeugdteams. In bovenstaande visie omschrijf ik mijn redenen waarom ik deze formatie prefereer boven alle andere formaties.

 

Hans Driesen (Jeugdtrainer JO15.1 bij DBS)